News

Blumenfeld: 24 Préludes op. 17

Blumenfeld: 24 Preludes Op.17

Felix Blumenfeld dankt zijn faam niet aan zijn composities, maar aan familieverwantschappen, een beroemde schare leerlingen en het feit dat hij de eerste uitvoering van Tristan und Isolde in Rusland dirigeerde. Hij verwierf in de eerste plaats bekendheid als pianovirtuoos, vermaard dirigent en gezocht pedagoog. Bekende namen die bij hem studeerden waren onder andere Simon Barere, Maria Grinberg en Vladimir Horowitz.

Blumenfeld werd geboren in de Oekraïne in 1863, een jaar na Claude Debussy en een jaar voor Richard Strauss. Zijn vader was van Joods-Oostenrijkse komaf, zijn moeder was een nicht van de Poolse componist Karol Szymanowski. Zijn eerste pianolessen ontving hij van de echtgenoot van zijn zuster, Gustav Neuhaus, die de vader werd van een andere legendarische pianopedagoog: Heinrich Neuhaus, de grondlegger van de zogeheten Russische pianoschool. Hij studeerde compositie aan het conservatorium van St. Petersburg bij Rimsky-Korsakov en piano bij Anton Rubinstein. Blumenfeld werkte als dirigent aan het Mariinsky Theater en als pianodocent in achtereenvolgens St. Petersburg, Kyiv en Moskou. In die laatste stad overleed hij in 1931.

Het spreekt bijna vanzelf dat Blumenfeld geen groot oeuvre heeft nagelaten, en er wordt nauwelijks nog een noot van gespeeld. Zo nu en dan zie je een glimp van zijn Symfonie in c, een wonderschoon melodieus werk dat zich mag verheugen in een schitterende orkestratie. Verder zijn het vooral pianowerken die de aandacht van avontuurlijke pianisten weten te trekken: de Variaties opus 8 en 34, en de 24 Preludes opus 17.

Op deze cd speelt Mark Viner de 24 Preludes, aangevuld met twee Etudes, waarvan die voor de linkerhand, opus 36, verschillende malen op recital-cd's te horen is, onder andere door Andrey Gugnin (hier besproken) en Marc-André Hamelin (beide op Hyperion). Blumenfeld liet zich in zijn Préludes overduidelijk inspireren door de 24 van Chopin, opus 28 (1839) wat niet alleen blijkt uit het gehanteerde idioom, maar ook uit de volgorde van de toonsoorten. Chopin koos ervoor om de eerste prelude in C groot te laten volgen door die in de parallelle toonsoort, a-klein, en dan een hele toon lager te gaan naar G-groot. Van daaruit herhaalt zich dan steeds het patroon. Blumenfeld baseert zich niet alleen in de volgorde maar ook in zijn vocabulaire op Chopin, maar voegt daar tyechnische vondsten aan toe die de weg wijzen naar de Préludes van Sergej Rachmaninov, opus 23 en 32, voltooid in 1910.

Mark Viner (1989) heeft zich in korte tijd bewezen als een opmerkelijke pianovirtuoos met een al even opmerkelijke repertoirekeuze. Voor het label Piano Classics, een sublabel van Brilliant Classics, speelde hij een aantal cd's vol met werken van onder meer Alkan, Liszt, Thalberg en Chaminade. Afgelopen juli besprak ik hier zijn cd met de Pièces dans le Style religieux van Alkan. Hij speelde die op een naar het schijnt niet te overtreffen wijze en zorgde voor een toelichting op een al even hoog niveau. Ook hier schreef hij zijn eigen, zeer uitgebreide toelichting (alleen Engels, 20 blz.). De opname werd wederom gemaakt in de Westvestkerk te Schiedam en geproduceerd door Pieter van Winkel, chef van het label Piano Classics. De registratie was in handen van diens vaste technicus, Peter Arts. In de toelichting merkt Mark Viner op dat naar zijn mening de Préludes van Blumenfeld die van Aleksandr Skrjabin in kwaliteit overtreffen. Een betere aanbeveling kan een mens niet verzinnen.

 

© Siebe Riedstra, oktober 2022

 

Original: https://www.opusklassiek.nl/cd-recensies/cd-sr/srblumenfeld01.htm