Voor een pianist die van het conservatorium af komt, ligt het voor de hand de weg van de geaccepteerde meesterwerken te gaan. Het gevolg is dat iedereen grofweg dezelfde stukken speelt, van componisten wier namen we allemaal kennen. Je zou kunnen vinden dat dit iets treurigs heeft.
Een alternatieve weg voert langs de stukken van minder bekende componisten. Dit is het pad van de vermetelen, want met onbekende namen trek je geen volle zalen.
Tobias Borsboom is zo’n vermetele pianist. Voor het label Piano Classics nam hij het 56 minuten durende, vijfdelige werk Pan op, geschreven door de Tsjech Vítezslav Novák (1870-1949).
Novák was een pupil van Dvořák. In Tsjechië maakte hij naam met goed ontvangen piano- en orkestwerken. Vanaf 1906, nadat hij in Praag Richard Strauss’ Salome had gehoord, ontwikkelde hij zich in de richting van kleurrijke toonschilderingen, maar door conservatieve krachten in zijn vaderland raakte hij op een zijspoor.
Pan is zijn omvangrijkste pianowerk, gebaseerd op een thema dat meteen La cathédrale engloutie van Debussy in herinnering roept. Uiteindelijk schrijft Novák toch minder associatief dan de Fransman, maar dat is geen kritiek. Pan is een prachtig werk, dat van begin tot einde de aandacht vasthoudt. En dat is meteen ook een groot compliment aan het adres van de fantastisch spelende Tobias Borsboom, die hopelijk volle zalen gaat trekken met dit stuk.